Ruzie om de boodschappen

Ruzie om de boodschappen

‘Jij wilde hem in huis nemen. Dan moet jij ook maar zijn eten en clubjes betalen.’ Woorden van een moeder. Een gekwetste moeder, waarschijnlijk. Die uit teleurstelling, verdriet en boosheid om de uithuisplaatsing van haar zestienjarige zoon Lesley vindt dat haar zus maar moet opdraaien voor de kosten.

Moeder wilde immers niet dat Lesley uit huis werd geplaatst. En haar zus wilde toch zo graag meewerken aan de (crisis)netwerkplaatsing? Kan moeder er iets aan doen dat zus van een bijstand leeft en zonder Lesley al nauwelijks rondkomt?

Breed

Dus is er geld tekort. Aangezien Lesley eerder werd aangehouden omdat hij een diefstal pleegde, kun je spreken van een risicosituatie. Want hij is ook een sociale jongen, die ziet dat z’n tante het niet breed heeft. En daar graag iets aan doet. Alleen lukt het steeds niet zo met een bijbaantje (en spijbelen is ook een probleem).

Bijspringen

Je zou denken dat de betrokken jeugdhulpinstantie bijspringt. Juist omdat een vlotte netwerkplaatsing eerste keus is: in de eigen omgeving en goedkoper dan andere (crisis)opvang. Maar dat gebeurt niet meteen. En ondertussen lopen de kosten op. Waarom stelt de pleegzorginstantie niet snel een overbruggingspotje in voor de crisis-uithuisplaatsing? Of krijgt die dan verantwoordingsproblemen?

Doos met boodschappen

De betrokken ambulante hulpverlener lost het voor de komende dagen op. Hij haalt op eigen kosten boodschappen bij de supermarkt en levert een doos met boodschappen af bij Lesley en zijn tante.

Dat is fijn voor deze week. Maar hoe gaat het verder? En wat doet het met Lesley? De hulpverlening vindt de thuissituatie bij moeder niet bevorderlijk voor zijn ontwikkeling. Als dat zo is, is het goed dat hij een andere kans krijgt.

Structurele oplossing?

Toch lijkt de hulp zo, in toch al een stressvolle situatie, éxtra zorgen op te leveren voor Lesley. Bovendien kun je je afvragen of hij er zo op termijn niet een probleem bij krijgt: een loyaliteitsprobleem richting zowel zijn moeder (toch zijn moeder) en zijn tante (die hem liefhebbend wil opvangen), die over zijn rug een (financiële en wie weet nog wel oudere familie-) vete uitvechten.

Hoe zou Lesley tegen deze hulp aankijken?

Lesley’s naam is om privacyredenen gefingeerd

Een kakofonie van kwetsbare kinderen?

Een kakofonie van kwetsbare kinderen?

Het was luid, overweldigend, indringend. Ik zie – hoor! – die middag nog zo voor me, al is het twintig jaar geleden. Dertig kinderen en jongeren met adhd, autisme, pdd-nos en andere beperkingen in een houten gebouwtje. Geen gemakkelijke kinderen en sommige ernstig beperkt. Samen brachten ze de Carmina Burana van Carl Orff ten gehore.

Een kakofonie? Een goedbedoeld amateuristisch optreden dat je glimlachend aanhoort als betrokken beroepskracht of ouder?

Geenszins.

Het klonk fantastisch.

Triangel

Juist doordat elk in zijn eigen verscheidenheid kon doen waar hij of zij goed in was. De een tikte op een triangel, de volgende sloeg een pauk, een ander stampte woest in de maat op de grond, weer een tikte op de xylofoon telkens een rijtje van drie tonen aan.

Kwetsbare kinderen en jongeren. Soms uit multiprobleemgezinnen. Uithuisgeplaatste jeugdigen. Een aantal risicojongeren, na alles wat ze hadden meegemaakt.

Iets heel anders

Maar dat moment maakte even iets heel anders van ze. Fier in plaats van kwetsbaar. Kansrijk in plaats van ‘een risico’. Eerder multivocaal musicerend dan multiprobleemkind. En dat alles onder één dak.

Het is gemakkelijk om te letten op alles wat er niet is. Wat ontbreekt. Verkeerd is. Anders. We lijken te zijn geprogrammeerd om de fout te ontdekken, te zien wat mist. En daardoor missen we… wat er wel is.

Inzoomen

Terwijl: Zo’n jonge vent met zijn overlastgevende gedrag misschien al jaren erg lief voor zijn zusje zorgt. Dat uitdagende meisje met haar snerende opmerkingen en arrogantie kritisch kan analyseren wat er niet klopt aan de lesstof. Die verslaafde lastpak ontzettend mooi kan zingen en dan iedereen enthousiast krijgt. De dealende gladjakker precies weet hoe je klanten zo benadert, dat ze je waar afnemen.

  • Talenten die je mist, als je alleen inzoomt op de missers, fouten en verkeerde stappen.
  • Talenten die deze kinderen en jongeren kunnen inzetten voor positieve, meer geaccepteerde activiteiten.
  • Talenten die ze ontdekken, als je ze helpt zoeken en ze helpt die kanten te versterken.

Gedrag aanleren is gemakkelijker dan afleren, hoor je wel eens. Een talent ís er meestal al. Hoe eenvoudig moet het zijn om dan talenten te helpen versterken?

Buddycoach en pedagogisch werker Aziz Akhath en Merel van Dorp, sociaalwetenschapper en auteur van het boek Jeugdige Delinquenten, bieden interactieve sessies aan over preventie en nazorg rond jeugd, overlast en risicogedrag. Hun motto: meer weten, beter begrijpen, samen aanpakken.